Koninginnenteelt
Zoals eerder beloofd volgt er nu een apart verhaal over koninginnenteelt.
Kort samengevat :
Waar vorig jaar de jonge moeren vrijwel allemaal succesvol aan de leg raakten was de teelt dit jaar zeer teleurstellend. Uiteindelijk heeft Henzenhoning toch een raszuivere Carnica P-moer op de stand.
Wat ging er mis? Wel, zo ongeveer alles!
De voortekenen waren al niet best, want bij de teler was de vroege voorjaarsronde van moertjes telen slecht verlopen. Henzenhoning deed mee met de juni ronde. Deze teeltronde is speciaal gepland om aan te sluiten bij de bevruchting op Vlieland.
Het is namelijk zo dat de waddeneilanden allemaal een speciale voorziening hebben voor de bijenteelt. Elk eiland heeft een verordening dat er alleen bijen van één bepaald ras mogen staan. Texel is bijvoorbeeld bevruchtingsstation voor de zwarte bij, Ameland is voor Buckfast, Vlieland is voor Carnica etc.
Doordat bijen niet over open water vliegen weet een teler dus zeker dat op het eiland waar hij zijn jonge koninginnen naar toe brengt alleen darren van raszuivere bijenvolken vliegen. De rasvereniging zorgt voor speciale volken met extra veel darren. Zo kunnen de dames voldoende geschikte partners vinden. Omdat er veel vraag is mag elke deelnemer slechts 1 ronde per jaar meedoen en dan maximaal zes moertjes aanleveren. De eisen waaraan de volken en kastjes moeten voldoen zijn streng. Als er ook maar één darretje in een aangeleverd volkje zit is men onverbiddelijk en gaat de hele partij niet mee de boot op.
Ook voor de junironde was de teelt bij de teler niet succesvol. Er waren maar weinig larfjes beschikbaar en uiteindelijk zijn er slechts drie moertjes uitgekomen thuis op de stand. Deze zijn wel ingevoerd in een kernvolkje maar alle drie de volkjes waren niet in staat om goede raatbouw aan te zetten. Deze volkjes werden afgekeurd en mochten niet mee naar Vlieland, helaas. De teler had zelf wel zes goede kernvolkjes maar die bleken twee weken later bij thuiskomst allen niet bevrucht te zijn.
Wat de oorzaak van deze tegenvallende scores zijn is lastig vast te stellen. Het weer kan een factor zijn, net als de dracht. Het maken van een goed kernvolkje is een kunst op zich en daarvoor is sinds kort een compleet handboek met richtlijnen beschikbaar. Hier gaat Henzenhoning deze winter eens goed op studeren om volgend jaar de kans op teleurstelling te minimaliseren.
Maar goed, met nul resultaat de winter in is ook geen fijne gedachte. Bovendien loopt dan de verjonging en het raszuiver houden van de volken op de stand vertraging op. Daarom is besloten om te investeren in de aankoop van een raszuiver bevruchte koningin. Gelukkig zijn er andere leden van de rasvereniging met meer succes naar de eilanden gegaan. Eén van hen was bereid een moer te verkopen en zo heeft Henzenhoning nu toch een mooie rasuivere Carnica moer op de stand. Zij is met haar kernvolkje verenigd met broedaflegger van een ander volk. Als ze goed inwinterd en het red tot volgend voorjaar kan ze de stammoeder worden van de volgende generatie volken.
Hieronder de teeltkaart van de gele moer gemerkt met nummer 57.
En voor de oplettende lezer, inderdaad deze moer is naar Spiekeroog geweest. Op de duitse waddeneilanden is een zelfde systeem als bij ons. Zo heeft volgend jaar bij leven en welzijn Henzenhoning Carnica volken van Duitschen bloed!