Bij-zonderheden

Zomerse tijden

Tijd voor een zomerse update.

De voorjaarshoning vliegt de deur uit, de behoefte aan verse honing uit eigen omgeving is groot. De bijen hebben volop geprofiteerd van de lindedracht, alle honingkamers zijn vrijwel vol en de verzegeling is begonnen. Later deze week volgt de laatste check en als de dekseltjes er mooi opzitten is het oogstmoment daar. De verwerking zal dan nog wel een weekje of twee vergen, zodra de zomerhoning te koop is komt er als altijd apart bericht.

Met het passeren van de langste dag is de zwermdrift aanzienlijk afgenomen. Toch heeft de imker bovengemiddeld veel zwermpogingen gezien, waarvan eentje geslaagd. Door de zwermverhindering die standaard is toegepast tussen 1 april en 1 juli is een geslaagde zwermpoging in feite een bedrijfsongeval. Gelukkig bleven de bijen op eigen terrein en lukte de schepactie prima. De oorzaak van het toch kunnen zwermen is achterhaald. De imker heeft geconcludeerd dat hij inmiddels de beginnersfouten voorbij is, en nu de fouten voor gevorderden maakt. De les is geleerd, het nieuwe volk heeft een mooie plek op de stand en doet het prima.

Na het spotten, vangen en weer loslaten van de eerste Europese hoornaar koningin is het rustig gebleven op de bijenstand. De imker speurt dagelijks naar onrust maar heeft nog geen hoornaar werksters, Europees danwel Aziatisch, gezien. Ook zijn er nog erg weinig wespen. Dit heeft met de moeizame start van het seizoen te maken. Het koude en natte voorjaar was niet gunstig voor insecten die tijds- en drachtgebonden leven.

De gang naar de heide is nog onzeker voor dit jaar. De plek boven de kroondomeinen is definitief vervallen. De terreinbeheerders hebben de hoeveelheid bijenkasten op hun landgoederen drastisch gereduceerd. De argumentatie is dat honingbijen de wilde bijen en andere bestuivende insecten wegconcurreren. De imkerverenigingen zijn niet in staat geweest om de rammelende onderzoeken waarop deze drastische beslissing is gebaseerd afdoende te weerleggen.

Voor Henzenhoning is het onbegrijpelijk dat in tijden van grote overvloed op de heidevelden, er niet geoogst mag worden. Heide, schapen en de honingbij vormen van oudsher een symbiotisch geheel. De gevolgen van het weghalen van de honingbijen zullen op termijn zichtbaar worden. De imker is ervan overtuigd dat de beperkte bestuiving van de heide, en daarmee de groei en bloei, binnen afzienbare tijd zal leiden tot minder paarse velden. Of de terreinbeheerders en de toeristen daar blij van worden is nog maar de vraag.

De honingbij mist in elk geval de kans om het zeer voedzame heide stuifmeel te verzamelen. Dit stuifmeel is essentieel voor het kweken van sterke winterbijen die in augustus en september worden geboren. De lage wintersterfte die Henzenhoning totnutoe heeft gehad in vergelijking met andere imkers die niet naar de heide gingen, zou de komende jaren wel eens anders uit kunnen pakken. De tijd zal het ons leren.

Over tijd gesproken, de imker heeft een zijdelings bij-gerelateerd project opgestart. Wie heeft opgelet bij het aanbellen of ophalen van honing weet dat de grote struik naast de voordeur verdwenen is. Dit is om plaats te maken voor een nieuwe aanwinst, op basis van oude wetenschap, puur maatwerk en vakmanschap. Wat het precies gaat worden is nog een verrassing maar Henzenhoning gaat met de tijd mee!