Korfimkeren, bijenhouden op klassieke wijze
Vorig jaar heeft de imker de cursus korfimkeren genoten, en een eerste poging gedaan om een volkje in de korf te krijgen. Het bleef bij een poging doordat het geschepte nazwermpje toch te klein was om te overleven. Zie “wie het kleine eert…”
Dit jaar was het voornemen om de eerste natuurzwerm in de Jeanne korf (vernoemd naar de donatrice) te scheppen en te huisvesten. Op 13 mei is het voornemen ten uitvoer gebracht, zie ” Zwermseizoen 2019 van start
Inmiddels zijn we drie weken verder en kan de imker met gepaste trots melden dat het volk zich prima thuisvoelt in Jeanne. De korf staat op een apart plekje op het kleine balkon boven de voordeur. Een tuintafeltje fungeert als zonnescherm zodat de bijenkorf niet alleen droog maar ook in de schaduw blijft. Ventileren van een korf is lastiger dan een kast, vandaar dat extra hulp om het klimaat in de korf te beheersen gewenst is.
De bijen vlogen vanaf de eerste dag prima in en uit. Vanaf de hal binnen is goed te zien hoe de bijen letterlijk op de centimeter nauwkeurig het bovenste geopende vlieggat weten te vinden. De korf heeft twee vlieggaten waarvan het onderste op dit moment gesloten is. De bijen beginnen bovenin met de raatbouw en werken dan naar beneden. Door de ingang boven te maken hoeven de aankomende en vertrekkende bijen minder ver te lopen.
De korf heeft zowel boven als beneden houten spijlen ter ondersteuning van de tere wasraten. De bijen bouwen netjes om de spijlen heen en zo ontstaat een stevig geheel. Het duurt een paar weken voordat de bouw zover is en tot vandaag moest de imker geduld oefenen, hij kon alleen van buitenaf observeren hoe het volk zich ontwikkelt. De eerste test was gisteren om de korf op te tillen. Jeanne was prettig zwaar, een teken dat er flink bijen, was en ook al honing aanwezig moest zijn. Vandaag was het grote moment om voorzichtig de korf om te keren. Het was een prachtig gezicht! 9 rijen spierwitte natuurbouw was, keurig naast elkaar en veel bijen druk aan het werk.
Zo blijkt maar weer dat bijen helemaal geen raampjes nodig hebben, allemaal verzinsels om de imker het leven makkelijk te maken. Het volk kan doorbouwen totaan de onderste spijlen dus ruimtegebrek is voorlopig niet aan de orde. Wel is het vlieggat gemarkeerd met een stuk rood plastic. Zo kunnen de bijen een paar dagen wennen aan dit kleurige herkenningspunt. Als eind van de week het bovenste vlieggat dan is gesloten en het onderste vlieggat open, gaat het rode plastic mee omlaag zodat de bijen hun weg naar binnen makkelijker kunnen vinden.