Bij-zonderheden

Ruimte, zwermtijd en honing

Nee, geen Einstein-relativiteitstheorie maar wel een verhaal over ruimte en tijd in imkerland.

Nu het zwermseizoen al een maand bezig is en de zomerwende rap dichterbij komt (21 juni om 17.54 is de zon op haar hoogste punt van het jaar) is het zaak voor de imker om de balans tussen kastruimte en volksgrootte goed in de gaten te houden.

Zwermdrift onstaat door meerdere oorzaken, ruimtegebrek is een belangrijke reden voor een snel groeiend bijenvolk om zich op te splitsen. Een logische stap om zwermen te voorkomen is het bijplaatsen van broed- of honingkamers. Echter hieraan zitten nadelen verbonden. Ten eerste kost het meer materiaal: ramen, binnen-en buitenbakken. Ten tweede is meer ruimte vaak slechts uitstel en geen afstel van zwermplannen en komt er alsnog een enorme zwerm bijen uit een grotere kast. Tijd kopen door meer ruimte te geven is niet zaligmakend.

De Belg Henri Renson dacht tegenovergesteld. Door de koningin op te sluiten in de broedkamer en beperkte broedruimte te geven, groeit een volk minder snel. Doordat er minder broed te verzorgen is, gaan voedsterbijen sneller aan de slag als haalbij. Omdat broedzorg veel meer slijtage veroorzaakt dan vliegen leven de bijen langer. Resultaat: meer honing met een kleiner blijvend volk. Dit is de Renson methode in een notedop, er zijn vele aspecten die er bij komen kijken en uiteraard ook schaduwzijden. Het wekelijks moeten verwijderen van zwermcellen is verreweg het grootste nadeel.

Een derde strategie is om een zwerm enigszins te vertragen maar uiteindelijk toch kunstmatig of  “normaal” af te laten komen. Een natuurzwerm is een biologisch perfect afgestemde eenheid bijen en kan snel een nieuwe kast vullen.  Als de zwerm iets later in het seizoen vertrekt is de kans dat zowel de zwerm als het achterblijvende volk nog een keer zwermplannen ontwikkelen kleiner.

Henzenhoning past alle drie genoemde methodes toe, al dan niet in combinatie.

Er zijn een tweetal kasten waar de moer al sinds begin april opgesloten zit. De doppen zijn elke week trouw weggehaald. Nu er dracht is van de Acacia en straks de Linde zijn er extra honingkamers geplaatst. Zo is er veel ruimte en hebben de bijen door de overvloed aan dracht hun pootjes vol aan nectar binnenhalen. Zwermen is naar de achtergrond verdwenen en na de zomerwende hopelijk voorbij.

Van twee andere volken zijn kunstzwermen (vegers) gemaakt. Hierbij is het achterblijvende volk het meest risicovol, aangezien er een nieuwe koningin moet komen die ook nog eens succesvol bevrucht moet raken.  Dit jaar was de het slaagpercentage 50% en zijn de beide volken verenigd. Het moergoede en moerloze volk stonden uit voorzorg al naast elkaar op de stand en zitten nu op 3 broedkamers. Deze torenflat is nog hoger gemaakt met een honingkamer. Zo hebben de grote massa bijen ruimte om te zitten en honing op te slaan. Tevens is er nog weinig broed te verzorgen, immers de jonge moer is nog maar pas aan de leg. Totdat er meer broed is gaan de bijen volop aan de slag in de honingkamer om raten te bouwen en deze vol te sjouwen.

Tenslotte is er een kast waar, na een aantal weken doppen breken, een natuurzwerm af is gekomen. Omdat de moer geknipt is en een deel van een vleugel mist, kon ze niet met de zwerm meevliegen en viel neer voor de kast.  De imker was er snel bij om de majesteit voorzichtig op te pakken en in een klaarstaand zesraams kastje te stoppen. Binnen een kwartier zat de complete zwerm op en in de kast. De ouwe moer gaat direct verder met leggen en begint een nieuw volk dat aan groei denkt en niet aan zwermen. Het achterblijvende volk is op één dop gezet, waar een koningin uit moet komen. Als deze moer goed bevrucht raakt is het volk in orde en het zwermen gedaan. Zo niet dan verenigd de imker beide volken weer zodat de ouwe moer thuiskomt bij haar eigen bijen. In beide gevallen is er een leggende moer die de bijen stimuleert om de dracht te benutten. Uiteraard faciliteerd de imker dit graag met een extra honingkamer.

Nu weet u waarom de kasten op de stand op torenflats beginnen te lijken. Na de lindedracht is er een drachtpauze waarin de bijen een aantal weken rustig aan doen. Dan gaan de extra broedkamers en honingkamers er af ter voorbereiding van de heidegang, mits die dit jaar door kan gaan. Maar voordat het zover is geniet de imker van zijn volken op volle sterkte bij huis en de skyline van de stand.

Skyline 1 boven en 2 beneden